Religieuze symbolen en iconen van verschillende wereldreligies

Religieuze levensbeschouwing

Er zijn 4000 religies die er allemaal van overtuigd zijn dat zij het enige ware geloof vertegenwoordigen

Veel gehoorde geluiden uit de samenleving over religie

Dit is de drogreden van de "omgekeerde bewijslast". Degene die iets beweert moet het bewijs leveren. Hoe groter de bewering, hoe groter het bewijs dient te zijn.

Russells Theepot

Dit is de drogreden "ad populum": iets wodt als waar beschouwd, simpelweg omdat veel mensen het geleoven.

Dit is een denkfout. Vermoedelijk is de bijbel wel het meest verspreide boek maar daarmee is het niet het meest gelezen boek. Zeer waarschijnlijk is het met Ulysses van James Joyce het minst gelezen boek.

De stelling bevat meerdere filosofische zwakheden:

1. Cirkelredenering (begging the question)
Dit is de meest voorkomende denkfout hier. De uitspraak veronderstelt al dat God bestaat om te kunnen zeggen dat Hij zich “geopenbaard” heeft.
Voorbeeld:
“De Bijbel is het woord van God, want in de Bijbel zegt God dat het Zijn woord is.”

2. Argument uit autoriteit of traditie (appeal to authority/tradition)
De stelling vertrouwt op de autoriteit van religieuze teksten of persoonlijke ervaringen als bewijs voor een metafysisch feit. Maar: het feit dat veel mensen iets geloven, of dat een tekst oud en gerespecteerd is, maakt het nog niet waar.

3. Subjectieve ervaring ≠ objectieve waarheid
Het beroep op “persoonlijke religieuze ervaring” is een appel aan persoonlijke overtuiging. Mensen kunnen diep overtuigende ervaringen hebben — maar dat bewijst niet dat hun interpretatie van die ervaring juist is.

4. Niet falsifieerbaar (geen toetsbare claim)
Als een uitspraak niet kan worden getoetst of weerlegd, dan heeft ze geen wetenschappelijke of rationele bewijskracht.

Wat is religie?

voorbeeld

Een religie is gebaseerd op het geloof in een god, goden of een hogere, transcendente macht. Ze hebben vaak heilige geschriften, rituelen en een geloofsgemeenschap.

We onderscheiden:
  • Monotheïstische godsdiensten: Geloof in één God
  • Polytheïstische godsdiensten: Geloof in meerdere goden.
  • Oosterse religies/filosofieën

Welke religies zijn er?

Wereldwijd zijn er ongeveer 4000 religies.

Dit zijn de grootste:

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Één God (monotheïsme)
Jezus Christus als Zoon van God en Verlosser
Bijbel (Oude + Nieuwe Testament)
geloof in verlossing en eeuwig leven
Drie-eenheid (Vader, Zoon, Heilige Geest)
Rituelen Doop
Avondmaal/Eucharistie
gebed (Onze Vader)
kerkdiensten
zondag als rustdag
Organisatie Verschillende stromingen (katholiek, orthodox, protestant)
gemeenschappen rond kerken/parochies
leiders zoals priester, dominee of voorganger
Waarden & ethiek Naastenliefde
vergeving
Gouden regel (“behandel anderen zoals jezelf behandeld wilt worden”)
zorg voor armen en zwakken.
Symbolen & feesten Kruis
Kerst (geboorte van Jezus)
Pasen (opstanding)
Pinksteren (komst Heilige Geest).
Volgelingen 2,4 miljard

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Één God (Allah)
Mohammed als laatste profeet
Koran als heilig boek
Vijf zuilen van de islam
geloof in verlossing door overgave aan God
Rituelen/Praktijken Vijf keer per dag bidden (salat)
vasten tijdens Ramadan (sawm)
armenbelasting (zakat)
eloofsbelijdenis (shahada)
bedevaart naar Mekka (hadj)
Organisatie Moskee als plaats van samenkomst
imam als gebedsleider
stromingen: soennis en sjiitisch
geen centrale hiërarchie
Waarden & ethiek Overgave aan God (islam = “overgave”)
rechtvaardigheid
zorg voor armen
gemeenschapszin (umma)
vergeving en gehoorzaamheid aan God
Symbolen & feesten Halve maan en ster (cultureel symbool)
Suikerfeest (Eid al-Fitr) na Ramadan
Offerfeest (Eid al-Adha) ter herinnering aan Abraham
Volgelingen 1,9 miljard

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Één God (JHWH)
verbond met Abraham en Mozes
Tenach (Tora, Profeten, Geschriften) en Talmoed
verwachting van de Messias
Rituelen/praktijken Sabbat (vrijdagavond–zaterdagavond)
gebed in de synagoge
besnijdenis (brit milah)
spijswetten (kosjer)
feesten zoals Pesach, Rosj Hasjana, Jom Kipoer, Chanoeka
Organisatie/leiders Synagoge als gebedshuis
rabbijn als leraar/voorganger
stromingen: orthodox, conservatief en liberaal/progressief
Waarden & ethiek Tien Geboden
gerechtigheid (tsedaka)
zorg voor gemeenschap
studie van Tora en Talmoed
sterke nadruk op herinnering en traditie
Symbolen & feesten Davidsster, Menora
belangrijke feesten: Pesach, Rosj Hasjana, Jom Kipoer, Chanoeka
Jeruzalem als religieus centrum
Volgelingen 15 miljoen

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Geen scheppergod
Boeddha (Siddhartha Gautama) als verlichte leraar
Vier Edele Waarheden
Achtvoudige Pad
doel = verlichting (nirvana)
Rituelen/praktijken Meditatie
reciteren van teksten/mantra’s
kloosterleven
offers bij stoepa’s en tempels
feesten zoals Vesak (geboorte, verlichting en overlijden van Boeddha)
Organisatie/leiders Monniken en nonnen in kloosters
geen centrale autoriteit
stromingen: Theravada, Mahayana, Vajrayana
Waarden & ethiek Compassie (karuna)
wijsheid (prajna)
geweldloosheid (ahimsa)
vergankelijkheid
leven volgens morele voorschriften (niet doden, niet stelen, etc.)
Symbolen & feesten Dharmawiel (symbool van de leer)
lotus; Boeddhabeelden
stoepa’s
feesten zoals Vesak en andere regionale vieringen. /td>
Volgelingen 500 miljoen

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Polytheïsme met vele goden (o.a. Brahma, Vishnoe, Shiva)
uiteindelijk één werkelijkheid: Brahman
karma en reïncarnatie
levensdoel = moksha (bevrijding uit wedergeboorte)
dharma (plicht en orde)
Rituelen/praktijken Dagelijkse gebeden en offers (puja)
tempelrituelen
pelgrimages (bijv. naar de Ganges)
yoga en meditatie
feesten zoals Diwali (lichtfeest), Holi (voorjaar)
Organisatie/leiders Geen centrale kerk of stichter
priesters (brahmanen)
heilige geschriften: Veda’s, Upanishads, Bhagavad Gita, Ramayana, Mahabharata
Waarden & ethiek Ahimsa (geweldloosheid)
respect voor natuur en dieren (koe is heilig)
plichtsgetrouw leven volgens dharma
familie en traditie belangrijk
Symbolen & feesten Om-teken (ॐ); lotus
swastika (oud symbool van geluk)
feesten: Diwali, Holi, Navratri, en talrijke regionale vieringen
Volgelingen 1,2 miljard

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Monotheïsme: één God (Waheguru)
stichter = Guru Nanak (15e eeuw, India)
heilig boek = Guru Granth Sahib
gelijkheid van alle mensen
afwijzing van kastenstelsel
Rituelen/praktijken Dagelijks gebed en recitatie uit de Guru Granth Sahib
samenkomst in de gurdwara (tempel)
gemeenschappelijke maaltijd (langar) voor iedereen
dragen van de 5 K’s (artikelen van geloof)
Organisatie/leiders Geen priesterschap
de Guru Granth Sahib is de eeuwige leraar
gurdwara’s geleid door gemeenschap
belangrijkste heiligdom: Gouden Tempel in Amritsar
Waarden & ethiek Gelijkheid, dienstbaarheid (seva), eerlijk leven, delen met anderen (vand chakna), toewijding aan God
Symbolen & feesten Symbool: Khanda (dubbel zwaard en cirkel)
feesten: geboortedagen van de goeroes, Vaisakhi (oorsprong Khalsa)
Volgelingen 30 miljoen

Filosofie en religie

Het taoïsme (daoïsme) is lastig in één hokje te plaatsen, omdat het zowel filosofie als religie omvat – afhankelijk van de context en stroming.

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Tao (Dao) = de weg / kosmische orde
harmonie met natuur en kosmos >br>pantheon van goden en onsterfelijken (xian)
yin-yang als universeel principe
streven naar onsterfelijkheid of spirituele eenheid met de Tao
Rituelen/praktijken Tempelrituelen geleid door priesters
offers aan goden en voorouders
meditatie en ademhalingstechnieken (qigong)
alchemie (intern en extern)
astrologie en waarzeggerij
rituelen voor genezing en bescherming
Organisatie/leiders Taoïstische priesters (daoshi)
kloosters en tempels
heilige teksten: Daodejing, Zhuangzi, en latere rituele teksten
een centrale kerk, maar verschillende scholen (bijv. Zhengyi, Quanzhen)
Waarden & ethiek Leven in harmonie met de Tao
eenvoud en natuurlijkheid (ziran)
niet-doen (wu wei = handelen zonder te forceren)
balans tussen yin en yang
respect voor natuur en kosmos
Symbolen & feesten Yin-yang symbool
Bagua (acht trigrammen)
festivals o.a. Chinees Nieuwjaar, Geestenfestival
tempelvieringen voor lokale goden en onsterfelijken
Volgelingen onbekend

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Oeroude Japanse religie
geen stichter of heilig boek zoals Bijbel/Koran
verering van kami (goden, geesten, natuurkrachten, voorouders)
nadruk op harmonie met natuur en gemeenschap
Rituelen/praktijken Bezoek aan shrines (jinja)
rituele reiniging (misogi)
offers (voedsel, sake, rijst) aan kami
seizoensfeesten (matsuri)
gebruik van amuletten (omamori) en waarzeggingen (omikuji)
Organisatie/leiders Geen centrale kerk
priesters (kannushi) en priesteressen (miko)
sterk verweven met Japanse cultuur en vaak gecombineerd met boeddhisme
Waarden & ethiek Zuiverheid en reinheid
respect voor natuur, familie en traditie
voorouderverering
harmonie in de samenleving
Symbolen & feesten Torii-poort als toegang tot heiligdom
spiegel als symbool van kami
feesten o.a. nieuwjaarsvieringen (Shogatsu) en seizoensgebonden matsuri
Betrokkenen 80-100 miljoen

Algemeen overzicht

Traditionele Afrikaanse en Inheemse religies zijn zeer divers, verschillen per regio en volk, en worden vaak gecombineerd met andere religies (bijv. christendom of islam).

Categorie Kenmerken
Kern van het geloof Vaak polytheïstisch of animistisch; geloof in een Opperwezen én vele geesten/voorouders
natuurkrachten (zon, maan, rivieren, bergen) worden als heilig ervaren
kosmische orde en harmonie staan centraal
Rituelen/praktijken Offers (voedsel, drank, dieren) aan goden of voorouder
dans, zang en trommels in rituelen
genezingsrituelen en spirituele genezers (sjamanen, medicijnmannen/-vrouwen)
inwijdingsrituelen bij geboorte, volwassenwording, huwelijk en dood
Organisatie/leiders Geen centrale kerk of heilig boe
religie is mondeling overgeleverd (mythen, verhalen, gezangen)
leiders: priesters, stamoudsten, sjamanen, medicijnmannen
Waarden & ethiek Gemeenschap en familie centraal
respect voor voorouders en ouderen
harmonie met natuur en geestenwereld
balans en herstel van orde bij conflicten of ziekte
Symbolen & feesten Maskers, beelden en voorwerpen met spirituele kracht
heilige plaatsen zoals bomen, rivieren, bergen
feesten verbonden aan oogst, regen, jacht of overgangsrituelen
Volgelingen ± 100 miljoen
Voorbeelden
Religie Regio Kernpunten Diaspora Aamhamgers
Yoruba Nigeria, Benin, Togo Oppergod (Olodumare), Orish (goden/spirits) Santería (Cuba), Candomblé (Brazilië), Vodou (Haïti) 30–40 miljoen
Akan Ghana, Ivoorkust Oppergod (Nyame), abosom (natuurspirits), voorouders Caribische religies (Jamaica, Suriname) ± 10 miljoen
Vodum Benin, Togo, Nigeria Pantheon van Vodun-goden, spirituele genezing Vodou (Haïti), Louisiana Voodoo (VS) ± 10 miljoen
Zulu/Nguni tradities Zuid-Afrika, Eswatini, Lesotho Voorouderverering, sangoma_(sjamanen/genezers) Vermengd met christendom in zuidelijk Afrika 10–15 miljoen
Dinka Zuid-Soedan Hoogste god (Nhialic), rituelen rond koeien Weinig buiten Afrika 3–4 miljoen
San spiritualiteit Namibië, Botswana, Zuid-Afrika Animisme, trance-dansen, sjamanisme Weinig buiten Afrika Enkele honderdduizenden

Christendom

Stromingen in Nederland

We kunnen vijf hoofdstromingen onderscheidenn die gebaseerd zijn op het christendom:

Rooms-Katholieke Kerk

Richtingen, bewegingen en spiritualiteiten

  • Benedictijnse spiritualiteit (regel van Benedictus: "ora et labora" – bid en werk)
  • Franciscaanse spiritualiteit (armoede, eenvoud, verbondenheid met de natuur – Franciscus van Assisi)
  • Dominicaanse spiritualiteit (gericht op studie, verkondiging, waarheid)
  • Jezuïeten / Ignatiaanse spiritualiteit (geestelijke oefeningen, onderwijs, intellectueel – Ignatius van Loyola)
  • Karmelitaanse spiritualiteit (stilte, contemplatie – Teresa van Avila, Johannes van het Kruis)
  • Norbertijnen, Cisterciënzers, Trappisten – andere kloosterordes met eigen leefwijze

  • Charismatische Vernieuwing (Pinksterachtige invloeden, nadruk op Heilige Geest, genezing, lofprijzing)
  • Focolare-beweging (eenheid, vrede, liefde)
  • Neocatechumenale Weg (catechese, gemeenschapsvorming, missie)
  • Opus Dei (heiliging van het dagelijks leven, vaak conservatief)
  • Gemeenschap van Sant’Egidio (gebed, hulp aan armen, vredeswerk)
  • Legioen van Maria (gebed, toewijding aan Maria, evangelisatie)

  • Traditioneel / Latijnse Mis (Tridentijnse ritus) – in het Latijn, vaak met priester met rug naar het volk (sinds Vaticanum II nog toegestaan onder voorwaarden)
  • Novus Ordo (gewone vorm) – de huidige, wereldwijd gebruikte liturgie in de volkstaal (zoals Nederlands)
  • Charismatische vieringen – met moderne muziek, lofprijzing, gebedsgenezing
  • Contemplatieve vieringen – stilte, Taizé-liederen, meditatieve sfeer

  • Progressief / hervormingsgezind (bijv. roep om vrouwenpriester, LHBT-acceptatie)
  • Conservatief / traditioneel (strikte leer, nadruk op zonde, hiërarchie, traditionele moraal)
  • Liberale theologie (historisch-kritisch Bijbelonderzoek, ruimte voor debat)
  • Sociale leer / bevrijdingstheologie (gericht op armoede, rechtvaardigheid, sociale verandering – met name in Latijns-Amerika)

Protestantisme

Sinds 2004 een fusie van:
  • Nederlandse Hervormde Kerk (voormalig)
  • Gereformeerde Kerken in Nederland (voormalig)
  • Evangelisch-Lutherse Kerk (voormalig)
Kenmerken:
  • Protestants-christelijk: de leer is gebaseerd op de Bijbel, geïnterpreteerd vanuit de Reformatie (met invloed van Luther, Calvijn en andere hervormers).
  • Theologisch pluriform: er is ruimte voor verschillende opvattingen binnen de kerk (van behoudend tot vrijzinnig).
  • Presbyteriaal-synodaal bestuur: dit betekent dat gemeenten lokaal veel autonomie hebben, maar samen besluiten nemen in regionale en landelijke synodes.
  • Oecumenisch gericht: de PKN werkt actief samen met andere christelijke kerken (zowel nationaal als internationaal).
  • Doop en avondmaal: twee sacramenten worden erkend.
  • Vrouwen in ambten: vrouwen kunnen predikant, ouderling of diaken zijn.
Aanhangers:

Ongeveer 1,4 miljoen mensen zijn verbonden aan de PKN.
Aantal kerkgebouwen: rond de 1.600 tot 1.800.

Oprichting:

1869 uit een vereniging van afgescheidenen van de Nederlandse Hervormde Kerk

Kenmerken
  1. Bijbelgetrouwheid
    • De CGK beschouwen de Bijbel als het onfeilbare Woord van God.
    • Schriftgezag is een centraal uitgangspunt voor geloof en leven.
  2. Belijdenisgeschriften
    • Ze onderschrijven de genoemde drie gereformeerde belijdenissen.
    • Deze zijn richtinggevend voor prediking, onderwijs en kerkelijk leven.
  3. Prediking en sacramenten
    • De prediking is centraal in de eredienst.
    • Er zijn twee sacramenten: doop en avondmaal, met een sterke nadruk op de geestelijke voorbereiding en waardige deelname.
  4. Gereformeerde kerkstructuur
    • e CGK kennen een presbyteriaal-synodale structuur.
    • Lokale kerken zijn zelfstandig, maar verbonden in een landelijke synode.
  5. Zorgvuldige toelating tot het avondmaal
    • Alleen belijdende leden mogen deelnemen aan het Heilig Avondmaal.
    • Zelfonderzoek en geloof zijn belangrijk in deze deelname.
  6. Zending en evangelisatie
    • De CGK zijn actief in binnenlandse en buitenlandse zending (bijv. via de Zending CGK en Evangelisatiecommissie).
    • Ook diaconaal werk en maatschappelijke betrokkenheid zijn belangrijk.
  7. Plaats van vrouw in de kerk
    • Binnen de CGK bestaan verschillende opvattingen over de vrouw in ambten.
    • Sommige gemeenten laten vrouwen toe in ambten, andere niet — dit is een actueel discussiepunt binnen het kerkverband.
Aanhangers:

ongeveer 75.000 leden
gemeenten/kerkgebouwen: 1280

Oprichting:

1907 uit een fusie van enkele afgescheiden richtingen binnen de Hervormde Kerk.

Kenmerken
  • Bevindelijk-gereformeerd geloof
  • Zware nadruk op zondekennis en wedergeboorte
  • Sobere erediensten
  • Afgrenzing van de wereld
  • Strikte belijdenistrouw
Aanhangers:

ongeveer 100.000 leden
155 gemeenten/kerkgebouwen

Oprichting:

1953 door afgesplitsing van de Gereformeerde Gemeenten (GG)

Kenmerken
  • Bevindelijk-gereformeerd geloofsleven
  • Zeer sobere eredienst
  • Afstand tot moderne cultuur
  • Strikte leer en levenswandel
  • Een kleine, maar toegewijde en gesloten gemeenschap
Aanhangers:

Tussen de 22.000 en 25.000 leden
ongeveer 85 gemeenten/kerkgebouwen

Oprichting:

1948 na een scheuring binnen de Oud Gereformeerde Gemeenten

Kenmerken
  • Zeer behoudend en orthodox-calvinistisch
  • Sterke nadruk op persoonlijke geloofsbeleving (bevinding)
  • Sobere erediensten: alleen psalmen, geen instrumenten, mannen en vrouwen gescheiden
  • Strikte leefregels: afwijzing van moderne media en wereldse invloeden
  • Conservatieve kledingstijl, vooral voor vrouwen (rokken, hoofdbedekking)
  • Gebruik van de Statenvertaling van de Bijbel
  • Eigen reformatorisch onderwijs
  • Klein kerkverband met ongeveer 18.000–19.000 leden in ca. 55 gemeenten
  • Hoofdzakelijk aanwezig in de Biblebelt
Aanhangers:

18.000-19.000 leden
55 gemeenten

Oprichting:

1944 naar aanleiding van een conflict binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) over de doop en verbondsleer.

Kenmerken
  • Gereformeerde basis, maar modern en open.
  • Vrouwen in ambten toegestaan (sinds 2017).
  • Eigentijdse liturgie, samenwerking met andere kerken.
Aanhangers:

ongeveer 110.000 – 120.000 leden
ongeveer 275 gemeenten/kerkgebouwen

Opmerking:

In 2023 zijn de GKv en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) gefuseerd tot de nieuwe kerk: Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK 2023).

Oprichting:

1967 door een scheuring binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv).

Kenmerken
  1. Gereformeerde theologie, gebaseerd op:
    • De Bijbel als hoogste gezag.
    • De drie gereformeerde belijdenissen: de Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels.
  2. Plaatselijke autonomie:
    Elke plaatselijke gemeente heeft veel zelfstandigheid binnen het landelijke verband.
  3. Ruimte voor verscheidenheid:
    Meer openheid voor andere opvattingen dan in strengere gereformeerde richtingen, met behoud van kernleer.
  4. Meer openheid naar cultuur en maatschappij dan bijvoorbeeld de GKv of CGK.
  5. Plaats voor vrouwen in ambten (predikant, ouderling, diaken): In tegenstelling tot sommige andere gereformeerde kerken stond de NGK al eerder vrouwen toe in alle ambten.
Aanhangers:

32.000 leden
ongeveer 90 gemeenten/kerkgebouwen

Oprichting:

1 mei 2004 uit een breuk met de Nederlandse Hervormde Kerk,

Kenmerken
  • Theologisch: Bevindelijk gereformeerd, confessioneel orthodox.
  • Belijdenisgeschriften: Drie Formulieren van Enigheid (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis, Dordtse Leerregels).
  • Bijbelgebruik: Statenvertaling wordt exclusief gebruikt in erediensten.
  • Liturgie: Traditioneel, met psalmgezang zonder instrumenten (hoewel enkele gemeenten wel een orgel gebruiken).
  • Prediking: Sterke nadruk op zondebesef, bekering en genade door Christus.
Aanhangers:

62.000 leden
120 gemeenten met 100-110 kerkgebouwen

Oprichting:

8 mei 2004 ontstaan uit bezwaren tegen de fusie van de ereformeerde Kerken in Nederland (GKN),

Kenmerken
  • Theologie: Gereformeerd, behoudend, maar gematigder dan bijvoorbeeld de Hersteld Hervormde Kerk of Gereformeerde Gemeenten.
  • Belijdenisgeschriften: De drie Formulieren van Enigheid worden aangehouden (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis, Dordtse Leerregels).
  • Bijbelvertaling: Vrijheid in gebruik, maar vaak de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) of de NBG-vertaling (1951).
  • Liturgie: Gereformeerd-traditioneel, maar met ruimte voor vernieuwing. Gemeentezang met orgelbegeleiding, psalmen én gezangen.
Aanhangers:

7000-8000 leden
7 gemeenten met 7 kerkgebouwen

Oprichting:

Kenmerken
  • Belijdenisgeschriften: Volledig vasthouden aan de Drie Formulieren van Enigheid (Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis, Dordtse Leerregels).
  • Bijbelgebruik: Meestal de Herziene Statenvertaling (HSV) of Statenvertaling (SV).
  • Liturgie:
    • Behoudend en klassiek.
    • Veel psalmen, weinig gezangen.
    • Vaak geen vrouw in het ambt (maar dit verschilt per gemeente).
  • Prediking: Nadruk op zondebesef, persoonlijke bekering, genade, en het werk van Christus.
Aanhangers:

350.000-400.00 leden

Oprichting:

Jaren 20 en 30 van de 20e eeuw (in Nederland)

Organisatie:

Geen overkoepelende Pinkstergemeente, maar verschillende organisaties/verbanden, zoals:

  • VPE (Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten)
  • Volle Evangelie Gemeenten
  • Evangeliegemeente De Deur
  • New Frontiers, Hillsong, Doorbraak, Rafael Nederland, enz.
Kenmerken
  • Theologie: Evangelisch-charismatisch.
  • Kernpunten:
    • Persoonlijke bekering en wedergeboorte
    • Doop door onderdompeling
    • Doop in de Heilige Geest (vaak met spreken in tongen als teken)
    • Gaven van de Geest: profetie, genezing, tongentaal, etc.
    • Lofprijs en aanbidding met eigentijdse muziek
  • Bijbelgebruik: Moderne vertalingen, zoals de NBV, HSV, of BasisBijbel.
  • Liturgie: Informeel, dynamisch, met band, lofprijs, getuigenissen, handoplegging.
Aanhangers:

150.000-200.00 leden
300-400 gemeenten

Oprichting:

1845 door de Duitse zendeling Julius Köbner

Kenmerken
  • Theologie: Evangelisch-protestants, met nadruk op:
    • Persoonlijke bekering
    • Doop op geloof (dus geen kinderdoop, maar onderdompeling)
    • Autonomie van de lokale gemeente (elke gemeente is zelfstandig)
    • Onafhankelijkheid van de staat en scheiding van kerk en staat
    • Priesterschap van alle gelovigen
  • Bijbelgebruik: Moderne vertalingen zoals de NBV, HSV, en BasisBijbel
  • Liturgie: Vrij en eigentijds, vaak met muziekband en eigentijdse zang. Weinig vaste rituelen of traditionele vormen.
  • Avondmaal: Voor gelovigen die gedoopt zijn op persoonlijke geloofskeuze.
Aanhangers:

11.000 leden
80-90 gemeenten

Oprichting:

1619 tijdens de godsdiensttwisten

Kenmerken
  • Vrijzinnig protestants: nadruk op persoonlijke geloofsbeleving en ruimte voor twijfel.
  • Tolerant en inclusief: open voor diversiteit in opvattingen, inclusief homo-acceptatie en vrouwen in het ambt.
  • Geen vaste leer: leden formuleren hun eigen geloof; geen dwingende dogma’s.
  • Democratisch georganiseerd: zelfstandige gemeenten, geen kerkelijke hiërarchie.
  • Oorsprong in verzet tegen orthodoxie: ontstaan uit protest tegen de strenge calvinistische leer.
Aanhangers:

ongeveer 5.800 leden
ongeveer 45 gemeenten met 30-35 kerkgebouwen

Oprichting:

1825-1840, geïnspireerd door de Plymouth Brethren

Kenmerken
  • Onafhankelijke gemeenten: geen landelijke organisatie, elke gemeente is zelfstandig.
  • Geen predikant: diensten worden geleid door mannelijke leden (broeders).
  • Eenvoud en Bijbelgetrouw: men wil leven en samenkomen zoals in het Nieuwe Testament.
  • Wekelijks avondmaal: centrale plaats in de samenkomst, alleen voor wedergeboren gelovigen.
  • Afzondering van de wereld: nadruk op een heilig, eenvoudig leven.
  • Actieve evangelisatie en zending.
Aanhangers:

8.000-10.000 leden
pngeveer 150 gemeenten

Oprichting:

1970-1980 Verenigde Staten
1986 in Nederland (Amsterdam)

Kenmerken
  • Evangelisch-charismatisch met nadruk op aanbidding en werking van de Heilige Geest
  • Toegankelijke, eigentijdse diensten
  • Koninkrijk van God centraal
  • Praktisch en dienstbaar christendom
  • Kleine, hechte gemeenschappen zonder traditionele kerkstructuur
Aanhangers:

1.000–1.500 leden
7 gemeenten

Oprichting:

1930 VS
1974 Utrecht

Kenmerken
  • Evangelisch-christelijk studentenwerk
  • Discipelschap, bijbelstudie en gebed centraal
  • Geen kerk, maar aanvullend netwerk voor studenten
  • Leiderschapsontwikkeling en persoonlijke groei belangrijk
Aanhangers:

1.000-1.500 leden

Overige christelijke stromingen

Oprichting:

21 mei 1863 in de Verenigde Staten
Een van de belangrijkste grondleggers: Ellen G. White (1827–1915)

Kenmerken:
  • viering van de sabbat op zaterdag
  • adventverwachting (spoedige wederkomst van Jezus)
  • gezonde levensstijl, en
  • gebruik van de geschriften van Ellen G. White.
Aanhang:

Aantal gemeenten (kerken): 60 tot 70
Aantal aanhangers: ongeveer 5.500 leden (2024)

Oprichting:

1881 door Charles Taze Russell (1852–1916)

Kenmerken:
  • Afwijzing van de Drie-eenheid
  • Strikte regels en discipline
  • Geen deelname aan feestdagen, politiek of militaire zaken
  • Actief predikwerk en eigen Bijbelvertaling
Aanhang:

Ongeveer 28.000 actieve leden
Verdeeld over zo’n 375 gemeenten (Koninkrijkszalen)

Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen
Oprichting:

1830 door Joseph Smith

Kenmerken:
  • Extra heilige boeken zoals het Boek van Mormon
  • Een fysiek beeld van God en een niet-trinitarische leer
  • Unieke kijk op het hiernamaals en tempelrituelen
  • Een sterk georganiseerde, missionaire kerkstructuur
Aanhang:

9.000
Verspreid over het land zijn er zo’n 25 mormoonse kerkgebouwen en er is 1 tempel (in Zoetermeer).

Oprichting:

1840–1860, formeel in de Verenigde Staten door John Thomas

Kenmerken:
  • Sola Scriptura (alleen de Bijbel)
  • Geen Drie-eenheid
  • Geen onsterfelijke ziel / geen hel
  • Verwachten de wederkomst van Jezus
  • Volwassen doop door onderdompeling
  • Geen predikanten, geen hiërarchie
  • Scheiding van kerk en wereld
  • Avondmaal (breken van het brood)
Aanhangers:

ca. 100–150 actieve leden

Oprichting:

1863 in Hamburg, Duitsland

Kenmerken:
  • Het actieve apostelambt en leiderschap door een opperapostel
  • Het sacrament van de heilige verzegeling
  • Sterke nadruk op de nabije wederkomst van Jezus Christus
  • Hiërarchische structuur zonder kerkelijke democratie
  • Gebruik van muziek en liturgie in sobere, goed georganiseerde diensten
Aanhangers:

Ongeveeer 10000 geregistreerde leden
Rond de 60 actieve gemeenten / kerkgebouwen

Oprichting:

1865 Londen door William Booth

Kenmerken:
  • Bijbel als hoogste gezag.
  • Jezus Christus is de enige weg tot verlossing.
  • Persoonlijk geloof en bekering zijn essentieel.
  • Heiliging: een heilig leven wordt nagestreefd, geïnspireerd door de Heilige Geest.
  • Actieve dienstbaarheid aan medemensen als uitdrukking van geloof.
  • Doop en Avondmaal worden niet bediend – ze geloven dat symbolen niet nodig zijn voor ware geestelijke gemeenschap.
Aanhangers:

6.000 – 7.000 actieve leden
ongeveer 80 lokale korpsen verspreid over Nederland

Oprichting:

1882, in Nederland door o.a. dominee G. J. R. Engelberts

Kenmerken:
  • De Bijbel is het enige gezag voor geloof en leven.
  • Persoonlijk geloof in Jezus Christus als redder en verlosser is centraal.
  • Vrijheid van geweten en geloofsbeleving – geen dwingende dogma’s.
  • Geloofsdoop wordt belangrijk gevonden, maar kinderdoop komt ook voor (verschilt per gemeente).
  • Avondmaal wordt regelmatig gevierd, vaak open voor alle gelovigen.
  • Leven in navolging van Jezus – praktische toepassing van het geloof.
Aanhangers:

ongeveer 6000-7000 leden
35 aangesloten gemeenten

Oprichting:

17e eeuw in Engeland.

Kenmerken:

  1. Directe ervaring van het goddelijke
    • Quakers geloven dat ieder mens een “Innerlijk Licht” of een goddelijke vonk in zich heeft.
    • Daarom is er geen behoefte aan priesters, sacramenten of hiërarchische kerkstructuren.
  2. Eenvoudige eredienst
    • Quakers komen meestal bijeen in stilte.
    • Iedereen kan spreken als hij of zij zich daartoe innerlijk geroepen voelt.
    • Er zijn geen vaste liturgieën of rituelen.
  3. Getuigenissen (principes in het leven)
    • Vrede → Quakers staan bekend als pacifisten; velen weigerden militaire dienst.
    • Gelijkheid → Vroeg betrokken bij vrouwenrechten en afschaffing van de slavernij.
    • Eenvoud → Een sobere levensstijl, geen overbodige luxe.
    • Waarachtigheid → Eerlijkheid en oprechtheid in alle handelingen.
    • Rentmeesterschap → Zorg voor de aarde en natuur.
  4. Geen dogma’s
    • Er is veel ruimte voor individuele interpretatie. Sommige Quakers zijn uitgesproken christelijk, anderen zien zichzelf eerder als spiritueel-humanistisch.

Aanhangers:

ongeveer 100 leden
geen kerkgebouwen

Sektes

Wanneer spreken we van een sekte?
  • Gesloten, hiërarchisch
  • Een autoritaire leider
  • Afwijkende regels
  • Leden geisoleerd van familie/vrienden
  • Financieel of emotioneel misbruik

Sektes in Nederland

Volgens schattingen van onderzoekers en instellingen zoals Sektesignaal (het meldpunt voor zorgwekkende groepen in Nederland) zijn er tientallen tot honderden groeperingen die als sekte-achtig kunnen worden beschouwd.

Voorbeelden:
  • Scientology
  • Gemeente Gods (voorheen in Katwijk)
  • Noorse Broeders (CGN) — deze worden soms als gesloten of sekte-achtig omschreven
  • Satsang-bewegingen of goeroecentra met geïsoleerde leefgemeenschappen

Oosters-Orthodoxe Kerken

Kenmerken:
  • Liturgie: Byzantijnse liturgie (oud, rijk aan rituelen, veel zang)
  • Taal: vaak in het Grieks, Russisch, Roemeens of Arabisch, soms Nederlands
  • Structuur: geen paus, maar nationale kerken met eigen patriarch of aartsbisschop
  • Sacramenten: doop, eucharistie, biecht, zalving, etc. zijn centraal
  • Beleving: sterke nadruk op mystiek, icoonverering, traditie en gemeenschap
Totaal in Nederland:
Oorsprong Aanhangers Gemeenten
Roemeens-Orthodox40.000 – 50.000± 25
Grieks-Orthodox15.000 – 20.000± 15
Russisch-Orthodox3.000 – 5.000± 10–15
Servisch-Orthodox5.000 – 6.000± 5
Overige5.000 – 8.000± 10
Totaal± 70.000 – 90.000± 60–70

Anglicaanse Kerk

Kenmerken:
  • De Bijbel als gezaghebbend, maar interpretatie is relatief vrij
  • Liturgische eredienst (met vaste vormen, gebeden, kalender)
  • Sacramenten: doop en avondmaal centraal
  • Bisschoppelijke structuur (met bisschoppen en priesters)
  • Ruimte voor geloofsdiversiteit (zowel meer katholiek als meer protestants georiënteerde leden)
  • Geen paus, maar aartsbisschop van Canterbury als geestelijk leider
Aanhangers:

3.000–4.000 leden
ca. 15 gemeenten

Meer leren over Levensbeschouwing?

Lees ook andere kritische geluiden in ons blog